Jaren geleden was ik bij het congres De Nieuwe Taal. Het was een lange, goedgevulde dag. Maar het allermooiste van het hele congres was een verhaal in zeven woorden van Harm Jan Edens.
Die opende het congres en was bijzonder onderhoudend.
Zijn snelheid en gevatheid had ik verwacht. Dat hij me enthousiasmeerde om Vondel weer eens uit de kast te halen, verraste me al.
Maar dat mijn ogen even zouden prikken bij zijn verhaal van zeven woorden…
Nee.
Harm Jan vertelde over een interview dat hij hield op een zorgboerderij. Terwijl hij zijn gesprekspartner ondervroeg, voelde hij een vinger in zijn rug prikken.
Toen het geprik aanhield, draaide Harm Jan zich om. Hij zag een jonge man van een jaar of 23, met een groot lichaam en een klein hoofd.
Hij hield een konijn in zijn armen. ‘Konijn’, liet hij weten. Harm Jan beaamde het en draaide zich snel weer om.
Even later weer geprik.
Opnieuw draaide Harm Jan zich om. Daar stond dezelfde jongen, nu met een ander konijn.
‘Ander konijn’, meldde hij dan ook. Ja, een ander konijn en Harm Jan ging verder.
Toen voor de derde keer geprik; de jongen stond er nog steeds.
Harm Jan en hij keken elkaar aan en de jongen zei:
‘Ik ben hoofd konijn.’
Als je dat meemaakt, ben je een week gelukkig, aldus Harm Jan.
Een heel leven in zeven woorden. Ontroerend.
Lees ook het waargebeurde verhaal over Emilio die niet meer werd vastgebonden.